Dik vier jaar geleden voelde ik me, pril zwanger, te moe voor Pukkelpop. We verkochten onze tickets en gingen een hapje eten in Diest. Om te besluiten dat we wel wilden wonen in deze stad. Nog geen maand later vonden we een fijn huisje in de wijk van Poelske. Goed onderhouden, een tuin met aangrenzend natuur. Een plek waar we ons wel zagen wonen.
De wijk van Poelske wordt zo genoemd naar pastoor Poels. Afgelopen week is hij komen te gaan, maar ik hoop dat onze wijk die charmante bijnaam van die aparte man houdt. In onze buurt vind je heel wat sociale woningen. En het heeft ook allemaal een uniform uitzicht, ieders huis gelijk. Ook de appartementsblokken zijn in dezelfde stijl. Alles is wat toe aan een update. De oudere generatie zoekt het geluk op een appartement en zo druppelt er meer jong volk binnen. En krijg je een leuke diversiteit aan inwoners: jong en oud, met of zonder beperking, verschillende culturen door elkaar.
Voor mij is het een buurt waar er nog veelvuldig hallo wordt gezegd, waar er tijd is voor parollekes op de stoep en we mekaar depanneren met reserve dakpannen. Waar mensen vrolijk worden van de onze opritekeningen. Op de Begijnenbeek zwemmen eenden en komen reigers vissen en ernaast staan schapen te grazen. Waar mijn zoon vrolijk roept op buurman Marcel, die spontaan mee een sneeuwman komt maken. En diezelfde buurman in de lente Jan komt halen om een lam dat op de foute oever staat weer naar de juiste kant te gidsen. En ja waar er ook mensen wonen met problemen, maar bestaan er dan ooit mensen zonder?
Poelske zal content neerkijken uit den hemel als het zo verder gaat!