Sesa 12

Sesa 12

Vanochtend stond de postbode aan mijn deur met mijn SESA-gift.

Merci @Fien Verschuren voor de lakjes, oorbellen en thee.

 

 

 

 

 

En als je mama bent, is SESA niet voor jou alleen, maar ook voor je kleintje(s).

Mats is dolgelukkig met zijn stapeltoren!

 

 

 

 

 

En dan nu afwachten of de blogster die mijn geschenkjes krijgt ook gelukkig is.

 

De herfst

De herfst

Mats tuurt uit het raam. Hij mist zijn zomerboom. Want zwiepende kale takken kunnen niet tippen aan dat wiegende bladerdek. Hij wriemelt heen en weer in mijn armen. Al wat hij nodig heeft een verhaal…

De lucht was grijs, de herfst hing in de lucht, je kon hem al ruiken.
“Lieve blaadjes,” zuchte de esdoorn. De kruin rilde. “Het spijt me zo. Jullie waren fantastisch mooi. Zo groen, sterk en welgevormd. Het natte voorjaar trotseerden jullie met glans. En onder de hete zomerzon gaven jullie geen krimp. Maar nu…” De wind trok aan en de bladeren bleven stil. De boom ging verder.

“Jullie voelden het vast ook al, de zon verliest haar kracht, de lucht wordt kouder en de wind blaast al wat ruwer. De herfst komt er aan groene vrienden. Ik moet mijn krachten stilaan sparen want wie weet wat de winter brengt. Jullie hebben het beste van me gekregen, het is tijd om los te laten.”

De bladeren gingen zacht heen en weer en antwoordden in koor ” Esdoorn, het was een eer om aan jouw takken te groeien. Twee seizoenen lang hadden we een fantastische tijd. Hier hoog in de lucht, met zicht op de beek. Ons afscheid zal mooi zijn, in okertinten houden we jou nog even warm met onze laatste krachten.”
En zo gebeurde het dat in oktober de boom langzaam maar zeker van groen naar geel ging. Hij keek rond naar de andere bomen dichtbij en ver af, getooid in geel, oranje, rood en bruin. Het zou niet lang meer duren. Er was die koude nacht begin oktober. De eerste gele blaadjes hielden zich stevig vast, maar toen de ochtendzon zorgde voor wat warmte piepte er plots een: “Esdoorn, er moet er een de eerste zijn, hoe kan het mooier dan op deze herfstochtend, met de zon op mijn buik. Bedankt en vaarwel.” En daar ging het eerste blad, gniffelend, dwarrelend op een zachte bries om te landen in het gras. Al snel volgde een dozijn andere blaadjes en de esdoorn lachte hartelijk mee. De weken die volgden lieten er anderen los tijdens een stevige regenbui of windvlaag. Want druppels en wind dat kriebelt zo fijn.

De allereerste blaadjes die in de lente verschenen waren, zouden de allerlaatsten zijn om die herfst los te laten. Het was al een stuk in november. Na een druilerige dag gingen ze met een gerust gemoed de nacht in. Het was zacht en er was geen zuchtje wind. Tot plots rond een uur of drie een felle wind op stak. De blaadjes hielden zich met het laatste wat ze nog in zich hadden vast, maar tegen een uur of zes waren ze nog maar met een stuk of tien. “Het is ok” zei de esdoorn zacht. “Nog nooit hielden mijn bladeren me zo lang gezelschap. Bedankt et bon voyage.”
Later die dag liet de zon zich weer zien, het gebeurde rond een uur of tien.
Aarzelend maar tevree dwarrelden de laatste blaadjes naar benee.

 

Op straat

Op straat

In februari werk ik 5 jaar in Brussel. Mijn wandeltraject naar het werk is nagenoeg hetzelfde gebleven. Voor de bedelaars op straat was het een komen en gaan.

Zo was er lange tijd een koppel met een baby. Man en vrouw waren om beurt op post, de baby was er elke keer bij. Telkens met even weinig resultaat. ‘s Ochtends wrijven de pendelaars nog slaapbeesten uit hun ooghoek, ‘s avond haast de werkmens zich zo snel mogelijk naar huis. Druk druk druk.

Lange tijd was een immer goedgezinde oudere violist mijn favoriet. Elke ochtend toverde hij de Hongaarse dans nr.5 van Brahms uit zijn viool. Meer heeft een meisje van Hongaarse afkomst niet nodig om haar dag goed te beginnen.

Het koppel en de violist heb ik al jaren niet meer gezien. Maar één jonge man duikt al jaren op.  ‘s Avonds zit hij voor zich uit te staren. Een ingetogen bonjour voor zij met als enige doel het station. Zelden beantwoordt iemand zijn blik. Af en toe stop ik hem iets te eten of wat geld toe. We groeten elkaar elke dag. En als hij er een paar keer niet is, hoop ik elke keer dat zijn leven een nieuwe betere wending heeft genomen.  Jaar na jaar werd ik nieuwsgieriger naar zijn verhaal. Maar ik ben nog steeds te beroerd om het hem te vragen.

 

Pompen of verzuipen?

Pompen of verzuipen?

Het aantal blogposts sinds Mats:12.
12 na 32 weken?!
Dan kan je moeilijk nog spreken van een blog.

Ik beken, na 8 maanden slaag ik er nog steeds niet in om weer een leuk evenwicht te vinden in mijn leven.
Hoeveel rollen kan je tegelijk spelen?
Mama, wederhelft, vriendin, collega, dochter,…
En dan zou ik ook nog gewoon graag een stukje tijd voor mezelf hebben. Nog eens een boek lezen, wat breien, dat naaimachine dat al meer dan een jaar stof vergaart leren gebruiken.

Dus vanaf deze week doe ik wat meer mijn best.
Vervang ik vers koken een keertje door iets kant en klaar.
Ga ik weer zwemmen met de vriendinnen.
Plan ik zonder schuldgevoel die laatste verlofdagen in. En betekent dit niet automatisch dat Mats dan thuis blijft van de kribbe.
En kruip ik weer in mijn pen.

[youtube gYEO3Zzqhp4]

Time…

Time…

Een week of vijftien geleden besefte ik het nog niet helemaal. Dat wezentje in mijn armen zou vanaf nu elke dag deel uitmaken van ons leven. Hier hadden we negen maanden op gewacht. En negen maanden lang was hij heer en meester over mijn buik. Elke schop, draai en hik mocht ik exclusief backstage meemaken.

Maar op 20 maart ging hij solo. En al was hij die eerste weken nog erg klein en hulpeloos, het loslaten was begonnen. De tijd vliegt. Drie maanden later slaapt hij in zijn eigen kamer, kan hij zichzelf entertainen in zijn park en geeft hij binnenkort elke dag het beste van zichzelf in de crèche. Move on mama! Maar eerst nog een paar weken genieten van onze vrolijke ochtenden, zotte verhaaltjes en onnozele liedjes. En dat heerlijke gevoel van Mats die in slaap valt in mijn armen proberen te saven in mijn hart voor al dat loslaten dat nog komen gaat.

[youtube Ymd8WrE_RBg]

Wiegelied 2: Daar was laatst een Matsie loos.

Wiegelied 2: Daar was laatst een Matsie loos.

Daar was laatst een Matsie loos,
die wou gaan varen, die wou gaan varen.
Daar was laatst een Matsie loos,
die wou gaan varen als lichtmatroos.

Hij moest klimmen in de mast,
vieren de zeilen, vieren de zeilen.
Hij moest klimmen in de mast,
vieren de zeilen die zotte gast.

Matsie, Matsie, lichtmatroos,
sluit nu je ogen, ga maar wat dromen.
Matsie, Matsie, lichtmatroos,
sluit nu je ogen en slaap als een roos.