Het was zo een nacht waarin ik meer uren wakker lag dan dat ik er effectief sliep. Ondertussen weet ik ook goed wat dat betekent de rest van de dag. Misselijk en ellendig wezen. Daar bovenop regen die met bakken uit de hemel viel en een tandartsbezoek in het vooruitzicht. Tegen een uur of elf was ik er van overtuigd dat ik vandaag ofwel ging flauwvallen of ging janken.
Tot redder in nood de papa belde of hij even mocht binnen springen. En hopla de dag was gebroken. Stevig bijkletsen over de buikbewoner, energieleveranciers en hoe er nooit iets op tv is. Een uur later waren de donderwolken in mijn hoofd getransformeerd tot makke schaapjeswolken. En dan kreeg ik als kers op de taart ook nog eens een lift naar de tandarts. Ook eentje uit de duizend hoor die papa van me.