De waarheid komt uit een kindermond. Cliché maar oh zo waar.
“Waarom is de stoep zo smal?!”
Die vraag stelde Mats me al een paar keer. “Het klopt niet” zegt hij. “Auto’s krijgen overal veel meer plaats en wij? Superklein joh!”
En hij heeft gelijk. En dan sta je daar met je mond vol tanden. Ja waarom eigenlijk? Koning auto krijgt in oppervlakte een massa plaats. En dan nog lijkt het niet genoeg. Staan mensen in de file en denken we er dan maar over om nog een streepje beton bij te leggen waar we lustig verder auto’s aan elkaar rijgen. Of parkeert hier en daar een sympathieke medemens zich op de stoep of het fietspad. “Echt stom joh.”
“Oh kijk, die rijdt veel te hard joh!” Van Mats mag het allemaal wat rustiger zodat hij zich veilig kan voelen in het verkeer. Hij kijkt graag naar snelle wagens maar ze hoeven niet snel te rijden, anders kan je ze ook helemaal niet goed bekijken!
“Hier is het lekker rustig! Ja! Hier kunnen we tenminste écht fietsen.” Écht fietsen dat is dan cruisen op de plekken met weinig verkeer. Fietsen zonder dat ik om de haverklap ga van “Mats, pas op, die auto gaat parkeren. Rechts Mats! Goed rechts rijden! Opletten hier, er kunnen auto’s komen vanuit de 4 richtingen!” Allemaal aanwijzingen die broodnodig zijn om een 6-jarige alert te houden. Opmerkingen waarop hij ondertussen antwoordt met “haaarrrgllll! dat weet ik toch al lang!” Zesjarigen zijn wereldkampioen rologen.